Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [9]Wie is ten hemel opgeklommen, en nedergedaald? [10]Wie heeft den wind in Zijn vuisten verzameld? Wie heeft [11]de wateren in een kleed gebonden? Wie heeft al [12]de einden der aarde gesteld? Hoe is [13]Zijn Naam, en hoe is de Naam Zijns Zoons, zo gij het weet? 9. Het is zoveel alsof hij zeide: Wie is de wijsheid Gods en de kracht Gods, als Gods eniggeboren zoon, de Messias, in wien alle schatten der wijsheid en kennis verborgen zijn? Vergelijk boven hfdst.8 vs.22 tot hfdst.8 vs.32 toe, en 1 Kor.1:24; Kol.2:3, en zie wijders dezelfde woorden op den Heere Christus alleen geduid Joh.3:13; Ef.4:9,10. 10. Als God de Vader en zijn eniggeboren Zoon zonder uit te sluiten den Heiligen Geest, die van hen beiden uitgaat, en de Geest des Vaders en des Zoons is. Vergelijk Joh.1:3; Hebr.1:3, enz. 11. Versta, de bovenwateren, dat is de wolken, die God alleen in de lucht houdt hangende, alsof zij in een kleed besloten waren, hetwelk Hij losmaakt en ontvouwt naar zijn welbehagen. 12. Te weten dat ze in het midden der lucht op haar eigen gewicht gevestigd staan. 13. Te weten, van God zijn Vader en van zijn eeuwigen Zoon. [Vergelijk Ps.2:7, en Ps.80:16; Jes.9:5], wier naam, [dat is eeuwig goddelijk wezen] geen creatuur kan begrijpen. Zie Ex.3:13,14; Richt.13:17,18.